Hoe je een scheve boom rechtzet en vastzet

1. Sla de palen in de grond

   Gebruik een hamer of voorhamer om twee of drie houten of metalen palen rond de omtrek van de boom te slaan, buiten het kluitgebied. Als uw plantlocatie wind ervaart die voornamelijk uit één richting waait, is het het beste om palen aan de windzijde van de boom te plaatsen, waar de palen de boom verankeren tegen de kracht van de wind. Sla de palen in de grond in een hoek van 45 graden richting de stam van de boom.

   Langere en diepere palen bieden betere versteviging. Maar vergeet niet dat u deze palen moet verwijderen nadat de boomwortels zich hebben gevestigd, dus sla ze niet onnodig diep. Sla de palen tot een diepte van ten minste 18 inch indien mogelijk en zelfs dieper als de bodemtextuur los en zanderig is.

   

2. Duw de boom rechtop

   Het is makkelijker om de boom recht te duwen als de omliggende grond vochtig en soepel is, dus overweeg om het gebied nat te maken met een tuinslang. Duw de boom vervolgens handmatig recht en rechtop, waarbij u gelijkmatige druk op de stam uitoefent. Het is een goed idee om een ​​helper in te schakelen.

   Als de kluit flink is verschoven, kan een handlier aan de boom en een stevig ankerpunt nodig zijn om de boom weer rechtop te hijsen. Gebruik langzame, constante druk zodat u de stam niet beschadigt. Nadat de boom rechtop staat, stampt u de grond rond de basis grondig aan om de kluit op zijn plaats te houden.

   

3. Bevestig de boom aan de palen

   Er zijn speciale banden verkrijgbaar bij bouwmarkten om bomen vast te zetten. Steundraden worden door gaten in deze banden gevoerd en alleen de banden zelf komen in contact met de boomstam. Hangmatbanden van canvas zijn ook een optie. Laat nooit kale draad, kabels of touw in direct contact komen met een boomstam, omdat dit de bast kan beschadigen en ziekten en ongedierte kan introduceren.

   Gebruik touw of kabels die door een soort flexibele huls zijn geregen om de boom aan de palen vast te binden. Bij zeer kleine jonge boompjes kunnen korte stukken nylonkous die om de stam zijn gebonden, worden vastgemaakt aan touwen of kabels die aan de palen zijn bevestigd. Stroken canvas of jute kunnen ook werken. Sommige mensen rijgen de touwen of kabels door stukken rubberen tuinslang die om de stam zijn gelust om te voorkomen dat het touw of de kabels tegen de bast schuren.

   Het vinden van de juiste positie voor de touwen langs de stam kan lastig zijn. Ze moeten laag genoeg zijn om het bladerdak van de boom te laten wiebelen, maar ook hoog genoeg om de stam lichtjes te laten wiebelen. De beste positie is vaak bij de eerste zijtakken die uit de stam steken. De touwen moeten ook een beetje speling hebben om de stam wat beweging te geven.

   

4. Geef de boom de tijd om zichzelf te verankeren

   Om ervoor te zorgen dat uw boom verankerd raakt, laat u de palen minstens een jaar zitten totdat de wortels volledig in de grond zitten. Controleer de boom regelmatig en pas indien nodig de spanning van de touwen aan om ervoor te zorgen dat de boom kan buigen.

   

Waarom bomen hellen

Een beetje leunen op een jonge boom is normaal en moet worden verwacht. Het instinct van een boom is om recht omhoog te groeien, wat een kleine mate van leunen in de loop van de tijd kan corrigeren. Een boom kan volwassen worden met een paar graden helling van zijn stam zonder dat dit zijn gezondheid of kracht schaadt.

Er zijn verschillende redenen waarom een ​​jonge boom scheef kan gaan staan:

• Onvolgroeide wortels: Jonge bomen hellen vaak over omdat hun wortels nog niet goed uit de kluit groeien en geen grip hebben op de omliggende grond.
• Onstabiele grond: Losse, poreuze grond biedt geen goede ondersteuning voor de wortels van een boom. Op een plantlocatie met zandgrond die vaak te maken krijgt met sterke wind uit één richting, zullen veel bomen van de windrichting af gaan leunen.
• Natte grond: Grond die te nat is, omdat de plantlocatie zich in een moerassig gebied bevindt of door recente zware regenval, kan ervoor zorgen dat een boom instabiel wordt. Het corrigeren van drainagepatronen rond de plantlocatie kan voorkomen dat een boom gaat leunen.
• Aanhoudende, sterke wind: Aanhoudende wind in combinatie met onstabiele of natte grond zorgt er vaak voor dat bomen gaan overhellen.
• Onjuiste aanplant: Nieuwe bomen kunnen scheef gaan staan ​​als ze te ondiep worden geplant of als de grond niet direct na het planten goed wordt aangedrukt. Timing kan ook een rol spelen. Jonge bomen worden het beste in het vroege voorjaar geplant, voordat ze uitlopen, omdat de grond dan de kans krijgt om te bezinken voordat een dikke bladbedekking de wind vangt. De slechtste tijd om een ​​nieuwe boom te planten is midden in de zomer, wanneer de jonge boom een ​​volledig bladlichaam heeft, maar de wortels niet sterk genoeg zijn om de boom vast te zetten.

Omgaan met een ontwortelde boom

Als een zware storm een ​​kleine boom volledig heeft ontworteld, moet deze zorgvuldig worden beoordeeld om te bepalen of deze nog te redden is. Over het algemeen geldt dat een derde tot de helft van de wortels nog in de grond moet zitten en dat alle blootliggende wortels onbeschadigd moeten zijn.

Verwijder zoveel mogelijk aarde van de blootliggende wortels en zet de boom vervolgens voorzichtig recht. Zorg ervoor dat alle wortels onder het maaiveld zitten voordat u de aarde rond de kluit stevig aandrukt. Zet de boom vervolgens vast met een paal om hem te ondersteunen terwijl de wortels weer grip krijgen.

Een andere oplossing voor overhellende bomen

Als het plantgebied niet geschikt is vanwege winderige omstandigheden, onstabiele grond of andere elementen, overweeg dan om de boom naar een andere locatie te verplaatsen. Op de lange termijn is deze oplossing misschien beter dan het vastzetten.